icon-ergoicon-fysioicon-handlogo-fysio Afspraak maken
Menu

Behandeling van Parkinsonpatiënten

In Nederland hebben ongeveer 40.000 mensen de ziekte van Parkinson. De ziekte begint meestal tussen het 50e en 60e levensjaar en bij deze groep komt de ziekte dan ook bij ongeveer één op de 50 personen voor. Echter is ongeveer 10% van de patiënten jonger dan veertig jaar.

Wij zijn aangesloten bij Parkinsonnet.

Ontstaan

Door een versneld celverlies in bepaalde delen van de hersenen ontstaat de ziekte van Parkinson. Zo ontstaat er ook celverlies in de zogeheten ‘zwarte kern’ (substantia nigra). In deze ‘zwarte kern’ wordt een chemische stof met de naam dopamine geproduceerd. Deze stof zorgt ervoor dat signalen doorgegeven worden van de ene hersencel naar de andere. Bij de ziekte van Parkinson gaat de ‘zwarte kern’ verloren en ontstaat er een tekort aan dopamine in de hersenen en dit verklaart een groot deel van de symptomen die bij de ziekte van Parkinson ontstaan.

Wanneer de ziekte van Parkinson verergert, ontstaan vaak ook beschadigingen elders in de hersenen, waardoor er weer andere symptomen ontstaan.

Gevolgen

De ziekte van Parkinson kenmerkt zich door een aantal lichamelijke klachten: trillen (tremor), traagheid in bewegen en spierstijfheid. Deze verschijnselen komen niet bij elke Parkinson-patient voor. Veel parkinsonpatiënten hebben een wat ‘starre’ gezichtsuitdrukking en lopen met kleine schuifelende pasjes, vaak met een voorovergebogen houding. In het begin is duidelijk te zien dat de symptomen meestal asymmetrisch zijn, dat betekent dat de ene lichaamshelft meer is aangedaan dan de andere. De symptomen worden in de loop van de tijd geleidelijk erger en worden dan ook zichtbaar aan zowel de linker als de rechter lichaamshelft. Het tempo waarin de klachten optreden verschilt sterk van persoon tot persoon.

Naast de duidelijke lichamelijke klachten zijn er ook veel klachten die minder zichtbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn plasproblemen, moeite met de stoelgang, slaapproblemen en een veranderde seksualiteit. Ook komen depressies en angstklachten vaak voor bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Daarnaast kunnen er problemen zijn met het denken, bijvoorbeeld trager denken, geheugenklachten of moeite om meerdere handelingen gelijktijdig uit te voeren.

Bewegen

Mensen met de ziekte van Parkinson zijn vaak onzeker over hun mogelijkheden om te bewegen. Ze kunnen problemen hebben met het uitvoeren van dagelijkse bewegingen zoals lopen, omdraaien in bed, opstaan uit een stoel en fietsen. Begeleiding door een fysiotherapeut kan dan ook zeker zinvol zijn. Bewegen heeft namelijk een positieve uitwerking op de klachten.

Wat kan fysiotherapie voor u betekenen?

Nadat een neuroloog de ziekte van Parkinson heeft geconstateerd, kan er een doorverwijzing naar de fysiotherapeut plaatsvinden. Een fysiotherapeutische behandeling dient niet als vervanging van medicijnen of een operatie, maar kan helpen om zo goed mogelijk in het dagelijks leven te kunnen blijven bewegen. Hierdoor kan de patiënt zolang mogelijk op een verantwoorde manier actief blijven.

Wanneer u problemen ervaart bij dagelijkse bewegingen, zoals lopen, opstaan uit een stoel of omrollen in bed, kunt u worden doorverwezen naar de fysiotherapeut. Een verminderde conditie of nek- en schouderklachten of vaker vallen kunnen ook een goede reden zijn.

Actief blijven heeft een positieve werking op de klachten en voorkomt nieuwe klachten, zoals broze botten (osteoporose), verstopping (obstipatie) of hartproblemen.

De fysiotherapeut helpt om weer makkelijker, zekerder en vrijer te gaan bewegen. Zo nodig helpt de fysiotherapeut bij het onderhouden of opbouwen van de conditie en zelfvertrouwen van de patiënt. Verder kan de fysiotherapeut aandacht besteden aan het trainen van dagelijkse activiteiten zoals lopen en het opstaan uit een stoel.

Het doel van de therapie is het verbeteren of behouden van de zelfstandigheid en veiligheid. De adviezen, behandeling en begeleiding worden afgestemd op de situatie van de patiënt en hoe ver de ziekte van Parkinson zich ontwikkeld heeft. Wanneer nodig wordt de partner of verzorger bij de behandeling betrokken. 

Bij de ziekte van Parkinson onderscheiden we drie fasen.

Vroege fase
In de vroege fase zijn er nog geen of weinig beperkingen. Het voornaamste doel van fysiotherapie is het vermijden van bewegingsangst, het voorkomen van inactiviteit of vallen en het onderhouden en/of verbeteren van de conditie. Dit blijft overigens ook in latere fasen belangrijk. De fysiotherapeut geeft informatie en voorlichting en oefent met de patiënt. Oefeningen kunt u eventueel in groepsverband of zelfstandig thuis uitvoeren.

Middenfase
Deze fase kenmerkt zich door een verminderde belastbaarheid bij diverse activiteiten. Het is lastiger om het evenwicht te bewaren en er is meer risico om te vallen. De therapie richt zich op het oefenen van bewegingen zoals omrollen in bed en opstaan uit een stoel, de juiste lichaamshouding, reiken en grijpen, evenwicht bewaren en lopen.

Late fase
Bij een klein deel van de Parkinson patiënten ontwikkelt de ziekte zich zodanig dat ze op een rolstoel zijn aangewezen of gedeeltelijk in bed moeten blijven. Therapie helpt om belangrijke functies te behouden en doorliggen te voorkomen. De therapeut begeleidt bij oefeningen en adviseert onder meer over de beste lichaamshouding in bed of rolstoel. Ook kan de partner of verzorger bij een fysiotherapeut terecht voor bijvoorbeeld een til-instructie.

Naast de therapie is het vooral belangrijk om de klachten zelfstandig onder controle te houden. Hiervoor gebruikt de fysiotherapeut, naast de behandeling, een activeringsprogramma. Dit stimuleert om na afloop van de therapie te blijven bewegen en de gezonde leefgewoonten voort te zetten. Dat gaat makkelijker er plezier ervaren wordt in de activiteiten, bijvoorbeeld als ze in groepsverband gedaan worden. De fysiotherapeut adviseert dan ook graag hierin.

 

Wat kunt u zelf doen?

Het is belangrijk om tijdig actie te ondernemen. Wacht niet tot uw conditie verminderd is, maar houd deze op peil. Zorg dat u voldoende in beweging blijft.

Bewegen
Probeer te voldoen aan de Nederlandse norm voor gezond bewegen. Dit betekent dat u op minstens vijf dagen in de week een half uur beweegt door bijvoorbeeld een stuk te wandelen, fietsen of zwemmen. Hiermee blijven uw conditie en kracht behouden. Dat half uur mag opgedeeld worden in blokken van tien of vijftien minuten. Beoefend u al een sport, ga hier dan zo mogelijk mee door. Afhankelijk van uw problemen, kunt u ook deelnemen aan een Parkinson oefengroepen voor bijvoorbeeld zwemmen of gymnastiek. De fysiotherapeut kan u hierover adviseren.

Gebruik goede momenten
Parkinson patiënten kunnen zogenaamde on- en off-periodes hebben (perioden dat het juist goed of helemaal niet goed gaat). Ook kunnen goede dagen worden afgewisseld met slechte dagen. Maak vooral van de goede momenten of dagen gebruik om de conditie en kracht te trainen.

Vermijd dubbele taken
Het is belangrijk dat bij alledaagse bewegingen de aandacht er goed bij gehouden wordt. Het is vaak te veel om bijvoorbeeld tegelijkertijd te praten en te lopen, of om op te staan uit een stoel met een kop koffie in de hand. Probeer zoveel mogelijk één ding tegelijk te doen, en vermijd dubbele taken. Dit is veiliger en vermindert de kans op een val.