Kinderfysiotherapeuten:
- Mevr. E.D.A. (Ellen) Peeten - Keijsers
- Mevr. M.A.H. (Meike) Brummans
De kinderfysiotherapeut behandelt kinderen van 0 tot 18 jaar, die problemen ondervinden met bewegen. Bewegen is voor kinderen belangrijk. Niet alleen voor de ontwikkeling van de motoriek, maar ook voor de ontwikkeling van sociale en emotionele vaardigheden. Kinderen leren door te bewegen hun eigen lichaam, hun grenzen én hun omgeving kennen. Ze leren contact te maken met anderen en te communiceren door te bewegen. Heeft een kind problemen met de motoriek, dan kan dit dus gevolgen hebben voor meerdere ontwikkelingsgebieden.
Heeft uw baby moeite met het oprichten van het hoofdje in buiklig? Heeft uw basisschoolleerling een afwijkend looppatroon of schrijfproblemen? Ziet u bij uw puber houdingsproblemen? De kinderfysiotherapeut helpt u graag verder. Per leeftijdsgroep volgen hieronder een aantal indicaties.
Als uw kind wordt aangemeld voor kinderfysiotherapie, zal er eerst een gesprek met u en uw kind plaatsvinden. De kinderfysiotherapeut observeert tijdens een onderzoek uw kind terwijl het vrij beweegt en speelt. Daarnaast zijn er verschillende gestandaardiseerde meetinstrumenten om de motoriek in kaart te brengen. De kinderfysiotherapeut kijkt naar: wat kan het kind voor zijn leeftijd, hoe voert het kind de taak uit en waarom beweegt het kind op deze manier? De algemene ontwikkeling wordt meegenomen in de beoordeling.
Vervolgens stelt de kinderfysiotherapeut een behandelplan op. De behandeling is er op gericht de motorische en zintuiglijke ontwikkeling van uw kind te stimuleren. We maken gebruik van speciale oefenmaterialen en spelvormen. Bij baby's worden er vaak hanterings- en speladviezen gegeven die u thuis kunt toepassen.
Bij baby's kan de kinderfysiotherapeut ingeschakeld worden bij de volgende indicaties:
Voorkeurshouding.
Bij baby's kan een voorkeurshouding ontstaan, dit betekent dat uw baby meestal het hoofdje naar rechts of links gedraaid houdt. Het hoofd kan hierbij niet volledig gedraaid worden over de volle 180 graden. Het kan ook zijn dat uw baby het hoofd onvoldoende spontaan draait en hiermee een voorkeurshouding heeft voor de middenpositie.
De kinderfysiotherapeut kan onderzoek doen om de oorzaak van de voorkeurshouding te achterhalen en te beoordelen of kinderfysiotherapeutische behandeling zinvol is. De behandeling zal zich richten op het geven van oefeningen om de beweeglijkheid en/of kracht te verbeteren. Daarnaast geven wij houdings- en positioneringsadviezen om thuis mee aan de slag te gaan.
Schedelmeting (Plagiocephalometrie)
Bij kinderen met een voorkeurshouding kan een afplatting van de schedel (schedelasymmetrie) ontstaan. Een andere naam voor schedelafplatting is plagiocephalie (of brachiocephalie). Deze afvlakking komt doordat de schedel van baby's nog zacht is en daardoor vervormbaar.
Plagiocephalometrie is een objectieve methode om de mate (ofwel de ernst) van de scheefheid vast te kunnen stellen. Bij deze meting wordt een thermoplastisch bandje om het hoofd van de baby gelegd en worden er op het bandje een aantal punten gemarkeerd. Vervolgens vindt er een berekening plaats, waarna een uitspraak gedaan kan worden over de mate van de scheefheid. De meting kan na een aantal weken/maanden herhaald worden om het beloop van de schedelvorm te kunnen objectiveren en te evalueren of de toegepaste adviezen/oefeningen het gewenste effect hebben.
De motorische ontwikkeling wordt vaak onderverdeeld in grove en fijne motoriek. Tot de grove motoriek behoort onder andere het rollen, kruipen, opstaan en gaan lopen. Als kinderen groter worden komen daar ook vaardigheden als fietsen, rennen, gooien, vangen en springen bij. Onder fijne motoriek verstaan we handvaardigheden als kleuren, puzzelen, knippen of een kraaltje oppakken.
Als de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek niet vanzelf gaat, zijn ondergenoemde punten signalen voor motorische problemen bij kinderen van 2 tot 4 jaar:
Ook bij kinderen op de basisschool is bewegen belangrijk. Door veel te bewegen en (buiten) te spelen ontwikkelt een kind zich ook sociaal en emotioneel sterker. Ook lopen kinderen hierdoor minder risico op gezondheidsproblemen. Positieve fysieke ervaringen stimuleren het zelfvertrouwen van een kind.
Als ouder ziet u vaak als eerste of een kind problemen ervaart met de motoriek. Uw kind kan ook zelf aangeven dat het bepaalde activiteiten lastig vindt om te doen. Op de basisschool kan ook de leerkracht problemen signaleren, bijvoorbeeld tijdens de gymles of bij het schrijven.
Voorbeelden van problemen in de basisschoolleeftijd worden hieronder genoemd.
Hulpvragen grove motoriek
Hulpvragen fijne motoriek
Schrijfproblemen bij basisschoolkinderen
In de kleuterklassen worden al voorbereidende oefeningen gedaan voor het leren schrijven in groep 3. In groep 3 leert het kind in een korte tijd schrijven. Dit is een lastige vaardigheid, omdat er meerdere aandachtsgebieden bij betrokken zijn. Een goede houding en goed ontwikkelde motoriek is hierbij erg belangrijk. Veel gehoorde problemen met betrekking tot het schrijven zijn:
Bij schrijfproblemen onderzoeken we of de problemen door motorische problemen worden veroorzaakt. Hiervoor worden verschillende testen gebruikt. Hierbij kunnen onder andere problemen naar voren komen zoals: moeite met vloeiendheid van bewegen, verkeerde penvatting waardoor het moeilijk is de fijne bewegingen te kunnen maken, de lettervormen onvoldoende beheersen. Het kan ook zijn dat het bewegen van pols/ hand/vingers nog onvoldoende ontwikkeld is, waardoor het schrijven bemoeilijkt wordt.
In de behandeling worden er gerichte oefeningen gegeven om dit te verbeteren. Eventueel vindt er overleg met de leerkracht plaats om deze ook handvaten te geven voor in de klas.
Indicaties bij jongeren op deze leeftijd kunnen zijn:
Lichaamshouding bij jongeren
Het is een vaak gehoord probleem: jongeren met een slechte zithouding, slungelig lopen, hangen in plaats van rechtop staan. Dit heeft een oorzaak in het feit dat het lichaam in de puberteit grote veranderingen doormaakt. De puber groeit hard en de vorm van het lichaam verandert. De groei van de armen en benen gaat meestal sneller dan de groei van de romp. Omdat deze groei in een korte tijd gebeurt kan dit problemen geven met de coördinatie van bewegingen. Het bewegen gaat wat slordig en slungelig, dat kan een puber onzeker maken over zijn/haar lichaam en bewegingen. Die onzekerheid zie je terug in houding en gedrag.
Daarnaast heeft ook de hormonale verandering veel invloed op het welbevinden. Jongeren gaan ineens anders tegen dingen aankijken en er anders over denken, ze zijn bezig zich los te maken van hun ouders, ze willen niet anders zijn dan anderen leeftijdsgenoten, kopiëren daarbij gedrag van anderen en dat gaat weleens gepaard met spanning. De ontstane spanning veroorzaakt vaker hoofdpijnklachten.
Door huiswerk, heen en weer fietsen naar school, minder buitenspelen, nieuwe interesses, de uitbundige groei van het lichaam ben je als jongere moeilijker te motiveren voor beweging dan in de basisschooltijd. Bedenk echter dat je door meer bewegen en goed leren bewegen je je beter voelt. Je leert je lichaam beter kennen waardoor je meer zelfvertrouwen krijgt.
Natuurlijk kunnen er ook andere oorzaken zijn. Het is daarom altijd goed om de klachten te bespreken met je kinderfysiotherapeut.
De kinderfysiotherapeut behandelt ook kinderen met een aangeboren of verworven aandoening, orthopedische klachten of klachten ontstaan na een trauma of ongeval.
Hieronder volgen enkele indicaties:
Kinderbekkenfysiotherapie
Bij de meeste kinderen is het zindelijk worden een proces dat ‘vanzelf’ gebeurt in de leeftijd van twee tot vier jaar. De basis voor het zindelijk worden ligt in het kunnen, willen en begrijpen. Een kind moet voelen dat hij of zij een plas of poep moet doen en dient te begrijpen waarvoor een toilet of potje dient.
Maar soms lukt het zindelijk worden niet zo goed en hebben kinderen ouder dan vijf jaar nog regelmatig een natte broek of ontlasting in de onderbroek. Ook als gevolg van een buikoperatie, een aangeboren afwijking of een traumatische ervaring kunnen problemen bij het plassen en poepen ontstaan.
Kinderbekkenfysiotherapie is een specialisatie binnen de fysiotherapie waarbij een kinderfysiotherapeut of bekkenfysiotherapeut zich heeft gespecialiseerd in de behandeling van kinderen met plas- en/of poepproblemen. De kinderbekkenfysiotherapeut gaat samen met u en uw kind onderzoeken of dit probleem opgelost kan worden.
De volgende problemen kunnen zich voordoen:
Het eerste consult
Om een goed beeld te krijgen van de klachten zal er eerst een gesprek plaats vinden met u en uw kind. Hierbij wordt de hulpvraag geïnventariseerd en krijgt u vragen over het plas- en poepgedrag, toilethouding, eten en drinken van uw kind.
U krijgt ook een vragenlijst en u gaat samen met uw kind enkele dagen vastleggen hoeveel hij drinkt. Soms stellen we voor een plas- en/of poep- dagboek bij te houden.
De kinderbekkenfysiotherapeut zal een lichamelijk onderzoek uitvoeren om een indruk te krijgen van de motoriek, houding en het gebruik van de bekkenbodemspieren.
De behandeling
Het behandelplan wordt opgesteld in samenspraak met de ouder(s), het kind en eventueel met de verwijzer.
De behandeling kan bestaan uit:
Binnen onze praktijk kunt u voor behandeling en vragen terecht bij Ellen Peeten-Keijsers, kinderfysiotherapeut en kinderbekkenfysiotherapeut.
De babymassage is opgezet voor jonge ouders, die op deze manier hun baby beter willen leren kennen en daardoor gerichter leren inspelen op de behoeftes van hun kind. Aanraken is voor een pasgeborene de eerste taal, het eerste communicatiemiddel en speelt een essentiële rol bij de vorming van de relatie tussen ouder en kind. Massage heeft zowel emotioneel als lichamelijk een positieve werking. Hierdoor gaat de baby zich in alle opzichten prettig voelen, wat weer positief werkt op zijn/haar ontwikkeling.
Deze massage is tevens goed bruikbaar bij baby’s die veel huilen, buikkrampen hebben, onrustig zijn en zich overstrekken, maar ook bij couveuse baby’s, geadopteerde en gehandicapte baby’s. De cursus wordt gegeven door daartoe specifiek opgeleide kinderfysiotherapeuten met aantekening 'Babymassage en inbakeren'.
De cursusleidster is:
De cursus bestaat uit 5 bijeenkomsten van ruim een uur en is geschikt voor baby’s vanaf 6 weken tot 9 maanden.
De bijeenkomsten vinden plaats op de praktijk in:
Dag en tijd in overleg.
De kosten zijn 80 euro voor de gehele cursus (inclusief uitgebreide cursusmap). Voor meer informatie of aanmelding kunt u contact opnemen met onze praktijk.
U kunt met vragen over uw kind rechtstreeks terecht bij de kinderfysiotherapeut. Er is geen verwijsbrief nodig. Vaak komen kinderen bij de kinderfysiotherapeut terecht via verwijzing door de huisarts, consultatiebureau- of jeugdarts of specialist. Ook een leerkracht kan soms een rol spelen in het signaleren van problemen en ouders het advies geven om contact op te nemen met een kinderfysiotherapeut.
Kinderfysiotherapie wordt 18 x vergoed vanuit de basisverzekering. Daarnaast kan het zijn dat uw aanvullende verzekering nog recht geeft op extra behandelingen. Neemt u dan bij vragen hierover contact op met uw zorgverzekeraar.