Bekkenfysiotherapeuten
- Mevr. K.A.M. (Kristel) Bonten
- Mevr. C.G. (Katelijne) van Asten - de Brouwer
- Mevr. E.D.A. (Ellen) Peeten - Keijsers
Onze bekkenfysiotherapeuten zijn lid van het NVFB en door aanvullende opleidingen gespecialiseerd in het behandelen van klachten in het gehele gebied van buik, bekken en lage rug. De spieren van lage rug, buik en bekken spelen een rol bij houding en bewegen. Daarnaast hebben deze spieren een belangrijke taak bij plassen, vrijen en ontlasten. Klachten in het gebied van bekken, buik en bekkenbodem komen voor bij vrouwen, mannen, kinderen en ouderen.
Bekkenfysiotherapie is gespecialiseerde vorm van fysiotherapie bij bekkenklachten:
De bekkenbodem is een spierlaag onderin het bekken die de blaas met de urinebuis, de baarmoeder met de vagina en de endeldarm ondersteunt. Die bekkenbodemspieren zorgen ervoor dat urine, winden en ontlasting losgelaten of opgehouden kunnen worden. Ook hebben ze een functie bij seksualiteit. Als bekkenbodemspieren niet goed functioneren, kunnen mensen klachten krijgen zoals pijn in de onderbuik, de bekkenbodem, het stuitje of het schaambeen. Ook kunnen ze last krijgen van lage rug- en bekkenpijn.
Schaamte
Veel bekkenklachten zijn te verhelpen, maar met sommige klachten is het best lastig om naar een zorgverlener te gaan. Mensen schamen zich, terwijl daar geen enkele reden voor is. Bekkenklachten komen veel voor en de bekkenfysiotherapeut is erin gespecialiseerd.
Wat kan de bekkenfysiotherapeut doen?
De bekkenfysiotherapeut helpt bij het leren herkennen, trainen en ontspannen van de spieren rondom het bekken. Daarbij wordt soms gebruikgemaakt van speciale apparatuur, zoals myofeedback, elektrotherapie en echografie. Die apparatuur meet de activiteit van de bekkenbodemspieren, zodat je kunt zien wat je (niet) doet. Als het nodig is, geeft de bekkenfysiotherapeut advies over houding, de belasting op het bekken, toiletgedrag, eet- en drinkgewoonten of ondersteunende hulpmiddelen, zoals een bekkenband. Ook met vragen op seksueel gebied kunnen mensen terecht bij de bekkenfysiotherapeut. Een bekkenfysiotherapeut is bevoegd en deskundig om een inwendig onderzoek te doen.
Bron: www.NVFB.nl, www.de fysiotherapeut.com
Bij de meeste kinderen is het zindelijk worden een proces dat ‘vanzelf’ gebeurt in de leeftijd van twee tot vier jaar. De basis voor het zindelijk worden ligt in het kunnen, willen en begrijpen. Een kind moet voelen dat hij of zij een plas of poep moet doen en dient te begrijpen waarvoor een toilet of potje dient.
Maar soms lukt het zindelijk worden niet zo goed en hebben kinderen ouder dan vijf jaar nog regelmatig een natte broek of ontlasting in de onderbroek. Ook als gevolg van een buikoperatie, een aangeboren afwijking of een traumatische ervaring kunnen problemen bij het plassen en poepen ontstaan.
Kinderbekkenfysiotherapie is een specialisatie binnen de fysiotherapie waarbij een kinderfysiotherapeut of bekkenfysiotherapeut zich heeft gespecialiseerd in de behandeling van kinderen met plas- en/of poepproblemen. De kinderbekkenfysiotherapeut gaat samen met u en uw kind onderzoeken of dit probleem opgelost kan worden.
De volgende problemen kunnen zich voordoen:
Om een goed beeld te krijgen van de klachten zal er eerst een gesprek plaats vinden met u en uw kind. Hierbij wordt de hulpvraag geïnventariseerd en krijgt u vragen over het plas- en poepgedrag, toilethouding, eten en drinken van uw kind.
U krijgt ook een vragenlijst en u gaat samen met uw kind enkele dagen vastleggen hoeveel hij drinkt. Soms stellen we voor een plas- en/of poep- dagboek bij te houden.
De kinderbekkenfysiotherapeut zal een lichamelijk onderzoek uitvoeren om een indruk te krijgen van de motoriek, houding en het gebruik van de bekkenbodemspieren.
Het behandelplan wordt opgesteld in samenspraak met de ouder(s), het kind en eventueel met de verwijzer.
De behandeling kan bestaan uit:
Binnen onze praktijk kunt u voor behandeling en vragen terecht bij Ellen Peeten-Keijsers, kinderfysiotherapeut en kinderbekkenfysiotherapeut.
De afkorting PTNS staat voor percutaneous tibial nerve stimulation (percutane tibiale zenuwstimulatie). Hierbij wordt de onderbeenzenuw gestimuleerd met lichte elektrische prikkelingen. De onderbeenzenuw loopt vanuit het onderbeen naar het achterste gedeelte van het ruggenmerg, het sacrale zenuwcentrum. Van hieruit wordt de blaasfunctie geregeld. Het prikkelen van deze zenuw zorgt ervoor dat de blaas zich niet meer ongewenst samentrekt. Zo kan de normale blaasfunctie zich herstellen.
Behandelingen waarbij de zenuwen worden beïnvloed, noemen we ook wel neuromodulatie, neurostimulatie of zenuwstimulatie.
U komt in aanmerking voor PTNS bij een van deze klachten:
Myofeedback heeft als doel de activiteit van de bekkenbodem in beeld te brengen. Er wordt inzicht gegeven of een spier gespannen of ontspannen is.
Myo is het Griekse woord voor spier; feedback is het Engelse woord voor terugkoppeling. Myofeedback betekent dus letterlijk terugkoppeling van spieractiviteiten.
Het uiteindelijke doel is dat de patiënt zijn eigen lichaamssignalen leert herkennen en leert deze bewust te controleren, in eerste instantie met behulp van de myofeedback apparatuur, later ook zonder apparatuur.
Myofeedback kent een breed indicatiegebied. Het kan bijvoorbeeld ingezet worden bij de behandeling van urogenitale klachten (incontinentie en bekkenbodemproblematiek). Voor myofeedback wordt gekozen na het lichamelijk onderzoek. Of als na een periode van oefenen blijkt dat het nog steeds moeilijk is om de bekkenbodem aan te spannen of juist te ontspannen.
Op het beeldscherm kunt u samen met uw bekkenfysiotherapeut volgen wat u met de bekkenbodemspieren doet. U krijgt informatie over de rustactiviteit van de bekkenbodem en over het aan- en ontspannen. Het kan u helpen meer bewust te worden van het gebruik van de bekkenbodemspieren.
Bij myofeedback en elektrostimulatie wordt er gewerkt met een vaginale of anale probe.
Elektrotherapie / elektrostimulatie kan een toevoeging zijn bij bijvoorbeeld fors spierkrachtverlies, verminderde coördinatie, pijnklachten, een overactieve blaas of hoge spierspanning in de bekkenbodem. Dit wordt gedaan door een veilige stroomvorm op de probe.